Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar daar zullen nederliggen [66]de wilde dieren der woestijnen, en hun huizen zullen vervuld worden [67]met schrikkelijke gedierten, en daar zullen [68]de jonge struisen wonen, en [69]de duivelen zullen er huppelen. 66. Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk wildernissen, en hier zodanige dieren, die in de wildernissen of in dorre woeste plaatsen zich ophouden. Zie Jer.50:39. 67. Of, schadelijke dieren. Het Hebreeuwse woord betekent zulke dieren, die de mensen ach en wee doen roepen van bangheid. Anders: dieren die een droevig geluid maken. 68. Hebreeuws, de dochters der struisen. Zie de aantekening Lev.11:16, en Job 30:29. 69. Zie Lev.17:7, alsook 2 Kron.11:15; Openb.18:2.